Toonaangevende investeerders, waaronder Norges Bank Investment Management (NBIM), de New York City Comptroller en Storebrand Asset Management, steunen een op biodiversiteit gericht aandeelhoudersvoorstel bij PepsiCo. Deze stap benadrukt een groeiende trend onder beleggers om prioriteit te geven aan natuurkwesties, met name biodiversiteit, als weerspiegeling van een breder engagement voor duurzame investeringen.
Het voorstel dringt er bij PepsiCo op aan een grondige beoordeling uit te voeren van zijn afhankelijkheden en gevolgen voor de biodiversiteit. Het roept het bedrijf op om een gedetailleerd rapport te publiceren waarin wordt uiteengezet hoe zijn productieketens en activiteiten de biodiversiteit kunnen schaden. Dit initiatief maakt deel uit van andere op biodiversiteit gerichte aandeelhoudersvoorstellen uit deze periode, die wijzen op een toenemende belangstelling van beleggers voor duurzaamheid.
Het voorstel bij PepsiCo maakt deel uit van het Nature Action 100-initiatief, waaraan bedrijven als Aegon IM/Aegon AM UK en LPPI deelnemen. Beleggers willen er duidelijk voor zorgen dat bedrijven zich niet alleen bewust zijn van de risico's die verband houden met het verlies aan biodiversiteit, maar deze ook actief beheren.
De goedkeuring door Storebrand van het voorstel onderstreept de noodzaak van betere openbaarmaking door bedrijven over de manier waarop zij dergelijke risico's voor het klimaat beheersen en de voortgang op aanverwante kwesties volgen. Vorige week zette Allianz Global Investors ook zijn schouders onder het voorstel, waarbij de nadruk werd gelegd op de noodzaak van ambitieuzere doelstellingen om de impact op de biodiversiteit effectief aan te pakken.
PepsiCo heeft zich echter tegen het voorstel verzet. Het bedrijf verwijst naar zijn uitgebreide duurzaamheidsinitiatieven en bestaande ESG-rapportagemechanismen. Het bedrijf stelt dat de huidige rapportage adequaat is en dat een aparte rapportage over biodiversiteit niet nodig is. Dit standpunt komt terwijl het bedrijf zich voorbereidt op toekomstige wettelijke rapportagevereisten op het gebied van biodiversiteit, wat een voorkeur suggereert om zijn klimaatrapportage te integreren in plaats van te scheiden.
Volmachtadviseur Glass Lewis raadt aandeelhouders aan het biodiversiteitsvoorstel niet te steunen. Deze aanbeveling stelt dat de lopende initiatieven en engagementen van het bedrijf al bijdragen aan een duurzame bedrijfsvoering.
In verband daarmee kreeg een resolutie bij Kellanova, gericht op het gebruik van pesticiden, steun van 22 procent van de investeerders, waaronder NBIM, de Comptroller en Storebrand. Hoewel Kellanova gelooft dat haar huidige rapporten over duurzaamheid en pesticidengebruik zinvolle informatie opleveren, pleiten investeerders zoals Storebrand voor meer openbaarmaking om de duurzaamheidsinspanningen van leveranciers beter te kunnen beoordelen.
De groeiende steun voor biodiversiteitsvoorstellen onder grote investeerders bij bedrijven als PepsiCo en Kellanova laat een tendens zien in de richting van het onderkennen en beperken van natuurrisico’s in bedrijfsactiviteiten. Bedrijven zullen een evenwicht moeten vinden tussen paraatheid op het gebied van regelgeving en proactieve betrokkenheid bij duurzaamheid om zowel aan de verwachtingen van investeerders als aan toekomstige naleving te voldoen.
Dit toont niet alleen het belang van natuurbeheer in investeringsstrategieën aan, maar schept ook een precedent voor de manier waarop mondiale bedrijven de komende jaren met de complexiteit van duurzaamheidsuitdagingen om kunnen gaan.