Een recent rapport van Sylvera benadrukt een groeiende trend onder kopers van CO₂-certificaten: de bereidheid om hogere prijzen te betalen voor projecten met sterke milieueffecten. Deze verschuiving vindt plaats terwijl de vrijwillige CO₂-markt werkt aan geloofwaardigheidsproblemen die bij sommige deelnemers tot terughoudendheid hebben geleid.
Het State of Carbon Credits Report 2024 onthult dat het totale aantal aangekochte CO₂-certificaten weliswaar licht steeg – 0,2% ten opzichte van 2023 – maar dat de markt sinds de snelle groei eind jaren 2010 grotendeels is afgevlakt. Ondanks deze stagnatie steeg het aantal ingetrokken hooggewaardeerde certificaten (met een BB-rating of hoger) met 25%, van 33,4 miljoen in 2023 naar 41,7 miljoen in 2024.
Daarentegen daalde het aantal ingetrokken laag gewaardeerde certificaten (met een D-rating) met meer dan de helft, wat wijst op een groeiende voorkeur voor betrouwbare en robuuste projecten. Volgens Sylvera’s CEO Allister Furey, mijden kopers in toenemende mate initiatieven die risico’s met zich meebrengen, zoals overcreditering, dubbele telling of het ontbreken van blijvende effecten.
Furey merkte op dat bedrijven tegenwoordig selectiever zijn en projecten met hogere risico’s uitsluiten, terwijl ze kiezen voor opties van hogere kwaliteit. Kopers tonen ook bereidheid om daar extra voor te betalen, met kosten die per beoordelingsniveau met $5 stijgen. Zo kunnen hooggewaardeerde certificaten (AA) tot $35 duurder zijn dan de laagst gewaardeerde, wat benadrukt dat de focus meer op kwaliteit ligt dan op betaalbaarheid.
Hoewel de markt gefragmenteerd blijft en sommige kopers te veel betalen voor certificaten, wordt verwacht dat aankomende regelgevende kaders – zoals Artikel 6.4 van het Akkoord van Parijs en sectorspecifieke initiatieven zoals CORSIA – de concurrentie om hoogwaardige certificaten verder zullen versterken. Sylvera voorspelt dat deze groeiende vraag de verschuiving naar geloofwaardige projecten zal verstevigen en de toekomstige koers van de markt zal bepalen.